Laat u terugbellen
Wij staan voor u klaar
Sinds 1971 is het in Nederland vrij gemakkelijk om een scheiding aan te vragen. In 1971 werd 'duurzame ontwrichting' in het wetboek opgenomen als enige wettelijke grond voor een echtscheiding. Als één van beide partijen deze grond aanvoert en de andere partij dit niet tegenspreekt, wordt dit voor waarheid aangenomen en spreekt de rechter de echtscheiding uit.
Tot 1971 waren er vier gronden op basis waarvan echtscheiding kon worden uitgesproken: overspel, curatele op grond van verkwisting, veroordeling tot gevangenisstraf wegens misdrijf van tenminste vier jaar of meer, of mishandeling. Mensen die niet aan deze voorwaarden voldeden, maar toch wilden scheiden 'creëerden' vaak zelf een rechtsgrond. Dit wordt ook wel 'de grote leugen' genoemd. Meestal spraken zij af dat de één de ander van overspel beschuldigde. Vaak werd daar ook een derde persoon bij betrokken om de rechter te overtuigen. De rechter was bovendien verplicht een poging tot verzoening tussen de echtelieden uit te voeren.
Echtscheiding was vroeger niet maatschappelijk geaccepteerd en kwam ook veel minder voor. Vanaf de jaren zestig veranderde dat. Vanaf toen werd de positie van de vrouw ook volledig gelijk gesteld aan die van de man.
In de Middeleeuwen was dat wel anders. Een echtscheiding kon al worden uitgesproken op basis van een simpele verdenking van overspel, lepra of onvruchtbaarheid. En de manier waarop deze werd uitgevoerd was niet zachtzinnig: de vrouw werd verstoten en soms zelfs vermoord. Tegenwoordig zijn de rechten en plichten van beide partners volledig gelijkwaardig.
“Praten begint met luisteren,,